Geschiedenis Judo
Jigoro Kano (vader van Judo) werd geboren op 28 oktober 1860 geboren te Mikage, Japan. Met zijn familie verhuisde hij in 1871 naar Tokio waar hij op 17-jarige leeftijd ging studeren aan de keizerlijke universiteit. Omdat hij zelf klein van stuk was (hij woog 48 kg) en niet sterk, ging hij Jiu Jitsu studeren. Hij had horen zeggen dat door het gebruik van Jiu Jitsu het voor een zwakkere mogelijk was een sterkere te overwinnen.
In 1880 veranderde hij voor het eerste de naam van Kano Jiu Jitsu in judo. Hij bouwde zijn eigen systeem op en zorgde ervoor dat veel aandacht werd besteed aan het geestelijke aspect. In 1882 opende meester Jigoro Kano, op 21 jarige leeftijd zijn eigen school onder de naam van Kodokan Judo (school tot het onderricht van de zachte weg).
Hij startte in een kleine ruimte in de Eishoji tempel met vier leerlingen en twaalf rijststro matten (Tatami's). Deze kleine boeddhistische tempel staat er nog steeds. Er vlak buiten staat een gedenksteen waarop staat dat op deze plaats de eerste dojo gevestigd was. Gedurende deze periode lagen de trainingen niet vast: als Kano 's avonds thuis kwam van het instituut waar hij les gaf, begon hij te studeren. Hij gaf training wanneer het hem uitkwam. Op zondag waren er trainingen die soms tot 12 uur 's nachts doorgingen. De specialiteit van Kano was: Harai goshi en Uki goshi. Met opzet had Jigoro Kano "Jitsu" niet gebruikt maar "Do", zo onderwees hij geen Jiu Jitsu maar Judo (Jiu of Ju is het principe, Jitsu is de kunst en Do is de weg). Kodokan kwam erbij omdat de naam Judo al door een andere Jitsu school was gebruikt.
Na een moeilijke start en minachting van andere Jitsu scholen brak Kodokan Judo door in 1886. Dat jaar organiseerde de hoofdstedelijke politie van Tokio een toernooi. Hieraan namen 15 Judoka's van meester Kano en 15 Jitsuka's van meester Totsuka deel. Het werd een 13-0 overwinning voor de Kodokan. Het overwicht van Kodokan Judo was bewezen en de sport verspreidde zich over gans Japan en later over de gehele wereld. In 1887 kwam de technische zijde van het Judo tot voltooiing terwijl de spirituele fase zijn volmaking kreeg in1922 met twee spreuken: Seiroku Zen'yo (maximale doeltreffendheid bij een minimum aan inspanning) en Jita Kyoei (voorspoed en algemeen welzijn). Na een vergadering met het Internationaal Olympisch Comité te Caïro, overleed meester Jigoro Kano op het stoomschip "Hikawa Maru" op 4 Mei 1938 aan de gevolgen van een longontsteking.
Door de omstandigheden van de Tweede wereldoorlog kreeg het judo een ernstige terugslag, niet alleen in Japan maar ook elders in de wereld.
Na de oorlog steeg het enthousiasme voor judo hoog door geheel Japan. De eerste judokampioenschappen werden gehouden in 1948. De "All Japan Judo Association" werd opgericht in 1949. In Europa werd de "Europese Judo Unie"(E.J.U.) (weer) opgericht in 1948 en de "Internationale Judo Federatie"(I.J.F.) kwam tot stand in 1953. Als gevolg daarvan werden in Tokio de eerste Wereldkampioenschappen judo gehouden in 1956 en de tweede in 1958. Bij de derde Wereldkampioenschappen in 1961 werd de Japanse wedstrijdhegemonie in Parijs doorbroken door Anton Geesink (foto rechts), die daar wereldkampioen judo werd, in 1964 Olympisch goud (alle categorieën) verwierf in Tokio en zijn tweede wereldtitel (zwaargewicht) behaalde in 1965 in Rio de Janeiro.
Willem Ruska prolongeerde die Nederlandse successen door zijn wereldkampioenschap (zwaargewicht) in 1967 in Salt Lake City en in 1971 in Ludwigshafen (zwaargewicht) en dan nog eens tweemaal goud (zwaargewicht en alle categorieën) bij de Olympische Spelen in 1972 in Munchen.